Klik hier voor vergroting |
| ||||||||||||||||
Beschrijving Het middentafereel toont Susanna die in haar hof een bad neemt. Twee ouderlingen hebben haar bespied, waarna ze haar 'versoecken tot oneere' (Daniël 13). Op het gebouw op de achtergrond zijn nog de letters SVS zichtbaar. Op de fontein, links op het tafereel, is een Cupido afgebeeld. De centrale afbeelding is omgeven door bloem- en bladmotieven aan de zijkanten, en twee 'hoorns des overvloeds' aan de bovenzijde. De plaat als geheel is aan de bovenkant afgewerkt met dolfijnen en een leeuwekop. Aan de onderkant is een deel van de plaat afgebroken. De plaat is een Hollandse haardplaat, maar van een vrij ongebruikelijke vorm. Hollandse haardplaten hadden in het algemeen een rechthoekige basisvorm, aan de bovenkant afgewerkt met een boog. In tegenstelling daarmee is hier gekozen voor een afwerking die meer overeenkomt met de vorm van een Amsterdams grachtenhuis. Het meest opvallende kenmerk van de plaat is het ontbreken van het parelsnoer dat normaal het middentafereel van de randfiguren scheidt. Een voor de hand liggende reden is de volgende. Het was in die tijd vrij gebruikelijk dat aparte modellen werden gebruikt voor de centrale afbeelding en voor de randversieringen. Gieterijen hadden dikwijls eigen karakteristieke randfiguren, waarbinnen verschillende middentaferelen konden worden weergegeven. Voordat de afbeelding in een zandbed werd afgedrukt, werden in de regel dan eerst de diverse plaatdelen op een houten bord geschroefd. In dit geval heeft de gieter wat te weinig ruimte gebruikt. De verschillende delen van het model zijn zo dicht bij elkaar geplaatst dat te weinig ruimte is overgebleven voor het gebruikelijke parelsnoer. Daardoor maakt de plaat als geheel een wat gedrongen en rommelige indruk. Wie de hele plaat overziet, vermoedt dat in dit geval de verschillende delen van het model los in het zandbed waren gestempeld, zonder ze eerst op een bord te monteren. Dat zou deze plaat tot een uniek exemplaar maken. Echter, in Welsum en Vreden (D) bevinden zich identieke exemplaren (70 cm x 93-94,5 cm). Daaruit valt af te leiden dat de gieter ook hier de normale werkwijze heeft gevolgd. Het gebruikte model is mogelijk gesneden naar een gravure van Hans Schaüfelein (c.1480-1540). | |||||||||||||||||
Achtergrond De historie van Susanna speelt zich af tijdens de Babylonische ballingschap (ong. 550 v.Chr.). Toen de kuise Susanna een bad nam in haar tuin, kwamen twee oude rechters die haar hadden bespied. Ze eisten van haar dat zij hun terwille zou zijn. Toen ze dat weigerde, beschuldigden zij haar van overspel met een jongeman. Daarop zou ze volgens de wet van Babylon worden gestenigd. Op weg naar de terechtstelling verscheen echter Daniël. Door strikvragen toonde hij aan dat de rechters haar valselijk hadden beschuldigd. Susanna werd in ere hersteld: de overwinning van onschuld en gerechtigheid over de zonde en de valse getuigenis. 1 Susanna/ de huysvrouwe van Jojakim/ een dochter van Chilkias/ een schoone ende Godtsalige vrouwe/ 15 gaet in haeren hof om haer te wasschen. 17 ende sendt hare maeghden wech om zeepe te halen. 19 Twee Oudtste/ zijnde Rechters/ die op haer verlieft waren/ versoecken haer tot oneere. 21 met dreygementen indien sy het weygert/ datse haer sullen beschuldigen van overspel. 22 Susanna sucht/ ende heeft liever te sterven. 25 De Oudtste maken geruchte/ ende beschuldigen haer valschelick van overspel met een jonge geselle. 41 waer op sy ter doot veroordeelt/ ende geleyt wort. 42 Susanna klaeght hare onnooselheyt den Heere. 45 die den jongelingh Daniel verweckt/ welcke dese Oudtste naerder ondersoeckt. 54 ende haer uyt haren eygenen mont van valsche beschuldinge overtuyght/ 62 die daerom met den doot gestraft worden, 63 ende de vader ende de man van Susanna loven den Heere." uit: Pieter- en Jacob Keur, 1736, Fol:39 van de Apocryphe Boecken De historie, ook bekend als 'Susanna in bad', was een geliefd onderwerp in de kunst. Zoals dat ook met 'David en Bathséba' het geval is, is het echter te verwachten dat deze grote belangstelling eerder was gelegen in de vorm waarin de historie is gegoten dan in de achterliggende moraal. Mogelijk ook vanwege die vorm is de Historie van Susanna niet in de Statenbijbel opgenomen, maar als een aanhangel van Daniël in de apocriefe boeken. | |||||||||||||||||
De 'Waerschouwinge aen de Lesers' van Pieter en Jacob Keur (1736) zegt: " (...) Alsoo het oock niet gelooflick en is dat de Joden in de Babylonische gevangenisse hare eygene Rechters gehadt hebben, die macht hadden yemant ter doot te verwijsen, ende die Grieksch souden hebben gesproken: datse daer oock kostelicke huysen ende hoven souden gehadt hebben, gelijck in de historie van Susanna ende Daniel gesegt wort, cap 13. verss 4, 5, 54, 55 & c. ende dat dese historie soude geschiet zijn ten tijden van de Koningh Cyrus, cap. 14. vers 1. ende dat Daniel doe soude geweest zijn noch een jongh kint, cap. 13 vers 45, (....) soo hebben de oude Leeraers soo dese, als oock de andere Grieksche byvoeghsels achter Daniel voor Joodsche fabelen gehouden. (....)" Referenties [1] Karlheinz von den Driesch, Handbuch der Ofen- Kamin- und Takenplatten im Rheinland, Rheinland Verlag GmbH . Köln, 1990 [2] The Illustrated Bartsch, General Ed. Wolter L. Strauss, New York, 1978 - ... [3] Wilhelm Elling und Sigrid Winkler-Borck, Ofen- und Kaminplatten, Hamaland-Museum, Vreden, 1992 |
Dit is de versie van 7 november 2003
Copyright © 1999 - M.H.Brascamp, All rights reserved.
Deze site wordt gesponsord door
BrascampVeiligheidAdvies B.V.