Pax Optima Rerum


Vrede van Westfalen
Jaar van ontstaan: 17e eeuw
Herkomst: Siegerland
Afmetingen: 72 x 103 cm
Eigenaar: Particulier bezit, Diepenveen
Inventarisnummer: -
Jaar van aanwinst -
Vroegst bekende verblijfplaats: Diepenveen
Opmerkingen: -


Medaille van Engelbert Ketteler











Medaille van Engelbert Ketteler op de
Westfaalse Vrede. Achterkant: drie vredesduiven, diameter 41 mm. Münster, Stadtmuseum.
Beschrijving
De 'Hollandse' haardplaat toont drie vredesduiven. Ze houden olijftakken gekruist boven een kussen met een kroon en een scepter, tekens van macht.
De duiven symboliseren de drie verdragspartners van de Westfaalse Vrede: de Duitse Keizer Ferdinand III, Koning Lodewijk XIV van Frankrijk en Koningin Christina van Zweden. De datum van het verdrag, dat een einde maakte aan de Dertigjarige Oorlog in Duitsland, staat boven het tafereel: Ao 1648. 24.Oct.
Geheel bovenaan staat PAX OPTIMA RERVM: vrede is het hoogste goed.
Het middentafereel is omgeven door een parelrand. Daaromheen een randversiering met rankwerk en het jaartal 1644. Aan de bovenkant is de plaat afgewerkt met knoppen en zeeslangen.

Ondanks de jaartallen is de plaat niet precies te dateren. Duidelijk is dat het gebruikte model voor het middentafereel (1648) is gecombineerd met een ouder model voor de randversieringen (1644). Het combineren van verschillende modellen kwam overigens regelmatig voor. Dat in dit geval de combinatie niet precies paste, is te zien aan de bovenkant van de plaat. Normaal gesproken loopt de randversiering door in het gebogen bovengedeelte van de plaat; hier houdt de versiering abrupt op. Bij het afdrukken van de modellen in het zandbed kwam de gieter ruimte tekort. Hij heeft een deel van de randversiering weggeveegd.
Gerd Dethlefs van het Stadtmuseum Münster dateert een vergelijkbare plaat rond 1650/60 [1]. Von den Driesch vermoedt een wat latere datum, zo rond 1660/70 [2].

Het type plaat - rechthoekig van vorm, aan de bovenkant afgewerkt met een boog, een middentafereel omgeven door randversieringen met ranken, schelpen, dofijnen en slangen - wordt een 'Hollandse' haardplaat genoemd. Waarom dat zo is? Het is meer zo dat verschillende auteurs elkaar naschrijven dan dat er gedegen onderzoek naar is verricht. Er wordt algemeen verondersteld dat dit type platen gedurende de 17e eeuw in het Siegerland werd gegoten, en door tussenhandelaren in Westfalen en de toenmalige Nederlanden werd verkocht. Deze handel zal mede in verband hebben gestaan met de nauwe banden die het Siegerland met de Nederlanden onderhield via het huis van Nassau. Thans bekende verblijfplaatsen van vergelijkbare Pax Optima Rerum-platen zijn onder andere Arnhem, Den Haag, Münster en Osnabrück.

De Diepenveense plaat bevindt zich op de originele plaats, in de schouw in de keuken (vóór 1840). De plaat staat wat uit het midden voor een baan van rook- of spektegels, aan de bovenkant vastgezet met een nagel. Rondom zijn (gedeeltelijk witte) tegels er tegenaan gemetseld.
Voor het overige bestaat de schouw uit Nederlandse tegels met het spinnetje als hoekvulling. De plaat vertoont geringe schade aan de onderkant.
In de Tweede Wereldoorlog probeerden de bezetter de plaat los te maken. Een paar spektegels werden daarbij vernield. Ze werden later vervangen door exemplaren van de Hekkenkamp te Olst.



Ratificatie, 15 mei 1648, Friedenssaal, Münster

Achtergrond
Tegelijk met de onderhandelingen die leidden tot de Westfaalse Vrede van 24 oktober 1648 verliep het Spaans/Nederlandse overleg dat een einde moest maken aan de Tachtigjarige Oorlog. Op 30 januari 1648 ondertekenden de wederzijdse gezanten het vredesverdrag. Op 15 mei werden de ratificaties feestelijk uitgewisseld in de Friedenssaal in het Stadhuis van Münster: de Vrede van Münster.

Is het traditionele beeld dat na 80 jaar harde strijd eindelijk het juk van de Spaanse bezetting werd afgegooid, de keerzijde van de medaille vertoont een minder fraai en heldhaftig beeld.
Presser schrijft: "De voorgeschiedenis van de Vrede van Münster is weinig verkwikkelijk. (...) Het is een gekuip zonder weerga, een onontwarbaar kluwen van persoonlijke, stedelijke en gewestelijke belangen" [3].
Het Nederlandse kamp was verdeeld in vredestichters en een oorlogspartij, de laatste vooral in Zeeland, Utrecht en Friesland. Die situatie had eigenlijk al meer dan 40 jaar bestaan. Grote economische belangen stonden op het spel, zoals de winstgevende kaapvaart, het bezit en de macht in de koloniën en het gesloten houden van de Schelde naar Antwerpen. Dergelijke belangen bevorderden niet een snelle vrede, ook al had sinds 1576 geen Spanjaard meer de Hollandse of Zeeuwse bodem betreden.
En wat te denken van de persoonlijke belangen. Zo verlangde en kreeg Maurits een aanzienlijke schadeloosstelling vanwege gederfde inkomsten door het Twaalfjarig Bestand. De oorlogspartij was eerder gediend bij verdere uitputting van de vijand dan met vrede. De vredespartij daarentegen was meer beducht voor de algehele uitputting en verarming van beíde partijen.
Maar tenslotte verzamelden de Nederlandse onderhandelaars zich dan toch - twee jaar na de aanvang der vredesbesprekingen - op 5 januari 1646 te Deventer om gezamenlijk naar Münster af te reizen. De interne verdeeldheid en verschillende belangen bleven echter tot het laatst bestaan: "Na het vertrek van de heeren uit Deventer heeft niemand in de Republiek hen ooit meer in groepsverband bijeen gezien" [4].

De waarheid van de oorlog ligt ongetwijfeld in het midden. Een mengeling van persoonlijk leed en politiek gekonkel. Het politieke eindresultaat is bekend. De opstandelingen werden beloond, het gezagsgetrouwe Zuiden werd gestraft. De Schelde bleef gesloten en is tot op de dag van vandaag een punt van onderhandeling. Handel blijft handel.

Referenties
[1] Gerd Dethlefs, Politisch-historische Themen auf sog. "holländischen" Kaminplatten des 17. Jahrhunderts. In: W. Elling en S. Winkler-Borck, 'Ofen- und Kaminplatten', Kreis Borken, Borken 1992.
[2] Karlheinz von den Driesch, Handbuch der Ofen-, Kamin- und Takenplatten im Rheinland, Rheinland-Verlag GmbH.Köln, 1990.
[3] J. Presser, De Tachtigjarige Oorlog, Elsevier, Amsterdam, 1963.
[4] J.J. Poelhekke, De Vrede van Münster, Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage, 1948.


TERUG NAAR DE HOME PAGE

Dit is de versie van 5 oktober 2001
Copyright © 1999 - M.H.Brascamp, All rights reserved.

Deze site wordt gesponsord door
BrascampVeiligheidAdvies B.V.