Klik hier voor vergroting |
|
||||||||||||||||||
Judith en Holophernes Stedelijk Museum, Zutphen. Klik hier voor vergroting |
Beschrijving De plaat bestaat uit twee helften. Boven de geschiedenis van Judith en Holophernes, onder een fries met vier figuren. De bovenhelft links toont Judith met haar dienstmaagd. Ze heeft zojuist Holophernes in zijn slaap met een zwaard onthoofd (Judith 13). In de tent ligt nog de romp van Holophernes. Een tweede tent op de achtergrond laat Judith en Holophernes zien terwijl ze aan tafel zitten te eten en te drinken. Boven rechts is de belegering van Bethuliën afgebeeld (Judith 7). Onder het tafereel staat de tekst 'JUDIT DEN HERN REIFD AN ER WVRGET ZVR STVNT DEN GROSSEN MAN'. De houtsnede waarmee de hier afgebeelde plaat is gemaakt, is van een beperkte kwaliteit. Zo zijn er een aantal aanzetten tot details te zien, die op andere, door bekende Duitse kunstenaars gesneden modellen van Judith en Holophernes, veel verder en verfijnder zijn uitgevoerd. Het model van de hier afgebeelde plaat is mogelijk gesneden naar een model van Philip Soldan, of mogelijk naar de oorspronkelijke gravure van Israhel van Meckenem (...- 1503). De onderste helft van de plaat bestaat uit een fries met vier onduidelijke figuren. Links is een staande figuur met kroon, lans en schild. Het onderschrift luidt '.. HENDRIK..?' Achtergrond De geschiedenis van Judith en Holophernes speelt rond 600 voor Christus. Holophernes, een Assyrische of Babylonische veldheer, belegert de stad Bethuliën. Hij heeft de watertoevoer naar de stad afgesneden. Ozias, de bevelhebber van de Joden, overweegt de stad over te geven. 'Het VIII. Capittel 1 Judith een rijcke/ schoone/ ende Godtsalige weduwe/ bestraft Oziam over dese belofte. 21 Vermaent op Godt te vertrouwen. 25 Ozias ontschuldight sijne belofte. 27 Judith belooft een sonderlingh werck te sullen doen tot verlossinge der stadt'. Zij begeeft zich naar het kamp van Holophernes. Door haar schoonheid en vleitaal weet ze Holophernes te boeien. Na een feestmaal blijft ze alleen met hem achter. Als hij beschonken in slaap is gevallen slaat ze hem het hoofd af. De belegeraars raken er zo van in verwarring dat ze op de vlucht slaan. 'Het XII. Capittel ... 10 Holophernes noodt haer door Bagoas by hem te komen op sijne maeltijt/ ende met hem vrolick te zijn/ 23 't welck Judith/ haer verciert hebbende/ doet. 17 ende wort van Holophernes seer getoeft. Het XIII. Capittel 1 Judith wort in de tente alleen gelaten by Holophernes/ die seer droncken zijnde op het bedde in slaep gevallen was. 5 Judith dit siende badt Godt dat hy haer sterckte wilde geven/ 9 ende sloegh hem het hooft af terwijle hy sliep, 11 't welck sy mede neemt/ ende komt weder te Bethulien. 21 Die van Bethulien dit hoorende ende het hooft siende ontsetten haer/ ende loven Godt. 23 Ende Ozias prijst ende zegent Judith.' Het boek Judith is een van de apocriefe boeken van de Bijbel. De 'Waerschouwinge aen de Lesers' van de Statenbijbel van Pieter en Jacob Keur (1736) zegt daarover: 'Aengaende de historie van Judith, en kan geen sekere tijt aengewesen worden, wanneer die soude geschiet zijn, soo dat billighlick vermoedt wort, dat het een versiert gedichtsel is; te meer .... Judith wort geseght capp.10.11.12 vele leugentale gesproken te hebben tegen Holophernem, om hem te bedriegen, 't welck strijt tegen het negende gebodt, Exod.20.16. ende om stercker te sweeren soo misbruyckt sy oock cap.11. verss. 4,5. den name Godts, ...'. Referenties [1] Karlheinz von den Driesch, Handbuch der Ofen- Kamin- und Takenplatten im Rheinland, Rheinland Verlag GmbH . Köln, 1990 [2] Statenbijbel, Pieter- en Jacob Keur, 1736, Fol:17 en 18 van de Apocryphe Boecken |
Dit is de versie van 7 november 2003
Copyright © 1999 - M.H.Brascamp, All rights reserved.
Deze site wordt gesponsord door
BrascampVeiligheidAdvies B.V.