| Jaar van ontstaan: | 2e helft 17e eeuw |
| Herkomst: | Mogelijk Lotharingen of Luxemburg |
| Afmetingen: | 43,5 x 43,5 cm |
| Eigenaar: | Haardplatenmuseum, Klarenbeek |
| Inventarisnummer: | HPL-8 |
| Jaar van aanwinst | 2001 |
| Vroegst bekende verblijfplaats: | Wageningen |
| Opmerkingen: | - |
De vierkante kachelplaat is omlijst met een eenvoudige rand en toont de Griekse held Hercules.
Op zijn rechterschouder - die is bedekt met een leeuwenhuid, de kop er nog aan - draagt hij het hemelgewelf. In zijn linkerhand houdt hij een knots.
Hercules wordt omgeven door laag exotisch geboomte.
Van boven naar beneden vertoont de plaat een aantal verticale strepen. Dat duidt erop dat het houten model dat aan de plaat ten grondslag lag, was opgebouwd uit een aantal losse planken.
Achtergrond
Het elfde werk van Hercules bracht hem aan de kust van de Atlantische Oceaan.
De drie Hesperiden, dochters van de Nacht en van Atlas, bezaten daar een tuin, waarvan de bomen gouden appels droegen. Hercules had de opdracht de vruchten te halen. Hij kon de tuin echter niet vinden. Gelukkig kwam hij Atlas tegen die hem de vruchten wel kon bezorgen. Tenminste als Hercules zolang het hemelgewelf van hem wilde overnemen.
Atlas liep al met het hemelgewelf sinds hij bezoek had gehad van Perseus. Perseus wilde de tuin met de gouden vruchten zien. Atlas vreesde voor zijn eigendom en joeg de bezoeker weg. Daarop liet Perseus hem het hoofd van Medusa zien dat hij in zijn reistas bij zich droeg. Iedereen die Medusa aankeek veranderde in steen. Zo verging het ook Atlas. Hij veranderde in een berg en sinds die tijd droeg hij het hemelgewelf op zijn schouders.
Hercules nam het hemelgewelf van Atlas over. Toen de laatste terugkeerde wilde Hercules het hemelgewelf aan Atlas teruggeven. Atlas weigerde. Daarop zei Hercules: "Neem het dan in ieder geval even van mij over, dan kan ik een doek halen om over mijn zere schouders te leggen". Dat gebeurde. Atlas nam zijn plaats in, waarop Hercules zonder te groeten verdween.
Referenties
[1] J. Kleijntjens en H.H. Knippenberg, Van Goden en Helden, J.B. Wolters, Groningen 1915
[2] Gustav Schwab, Griekse mythen en sagen, Spectrum, Utrecht