| Jaar van ontstaan: | 17e eeuw |
| Herkomst: | Rijnland of Lotharingen |
| Afmetingen: | 38 x 50 cm |
| Eigenaar: | Museum De Waag, Deventer |
| Inventarisnummer: | 2710 |
| Jaar van aanwinst | 1943 |
| Vroegst bekende verblijfplaats: | - |
| Opmerkingen: | Een oude aantekening vermeldt dat de heer W.A. Montfoort het pendant bezit: de ooievaar en de vos, etend uit een vaas. |
De ooievaar en de vos,
etend uit de vaas.
Afkomstig uit een onbekend scheepswrak,
NISA,Lelystad.
Het middentafereel van de plaat toont de vos en de ooievaar, drinkend uit een plat bord, naar de fabel van Jean de la Fontaine (1621 - 1695).
De plaat als geheel is van het 'hollandse' type: een rechthoekige basisvorm, aan de bovenkant afgewerkt met een boog en bekroond met een schelp. In vergelijking met de klassieke 'hollandse haardplaat', zoals vooral in het Siegerland geproduceerd, is de plaat echter klein. Verder zijn opvallend de bijzondere vorm van de randversiering en de gegolfde krulrand.
In het stadhuis van Hadamar in het Duitse Lahngebiet bevindt zich een zeer fraaie haardplaat, waarin modellen van een aantal kleinere zijn verwerkt. Een daarvan is het pendant van de vos en de ooievaar, dit keer etend uit een vaas. De vorm, de omlijsting en de maatvoering van beide platen zijn vrijwel dezelfde.
Achtergrond
Het eerste deel van de fabel van De la Fontaine verhaalt van de vos die de ooievaar heeft uitgenodigd om te komen eten. De soep wordt echter geserveerd op een plat bord. Zodoende kan de ooievaar geen slok naar binnen krijgen. Hij laat niets merken, maar zint op wraak.
Niet lang daarna nodigt hij de vos uit voor een tegenbezoek. De vos ruikt het al: vlees! Maar helaas, het maal wordt opgediend in een vaas met een lange hals. Dit keer moet de vos nuchter naar huis. Boontje komt om zijn loontje.
Referenties
[1] De fabels van Jean de la Fontaine.