Maagd in Hollandse tuin


Hollandia
Jaar van ontstaan: Tweede helft 17e eeuw
Herkomst: Siegerland
Afmetingen: 60 x 82 cm
Eigenaar: Haardplatenmuseum Klarenbeek
Inventarisnummer: HPL-30
Jaar van aanwinst 2006
Vroegst bekende verblijfplaats: Dordrecht, voor 1940
Opmerkingen: -


Leeuw
Beschrijving
De plaat toont de Hollandse vrijheidsmaagd. In haar hand houdt ze een speer met daarop de vrijheidshoed. Naast haar de gekroonde klimmende leeuw met in de rechterpoot het zwaard en in de linker de zeven pijlen van de Nederlanden verenigd in de Unie van Utrecht (1579).
Het geheel is geplaatst in de zogenaamde Hollandse tuin, het symbool van de geslotenheid van de Nederlanden.
Boven de afbeelding staat PRO PATRIA (voor het vaderland).

Achtergrond
De afbeelding was vanaf ongeveer 1580 het standaardmotief van de vaderlanse iconologie. Verschillende symbolen voor de vrijwording van de Zeven Verenigde Nederlanden waren daarin bij elkaar gebracht.
De afzonderlijke symbolen zelf zijn van ouder datum, maar kregen vanaf dat tijdstip een meer dan lokale of regionale betekenis.
Het motief bleef tot in de Franse tijd in gebruik. Na 1813 echter werd door het Koninkrijk de Nederlanden van de symboliek geen gebruik meer gemaakt, met uitzondering van de leeuw met het zwaard en de pijlenbundel.

Hollandse tuin
De meest gehoorde verklaring voor de tuin stamt van de 18e eeuwse historicus Kornelis van Alkemade.
Graaf Willem VI van Holland zou in 1406 na het beleg van de stad Hagesteyn een zegel hebben uitgegeven met daarop de afbeelding van een omheind gebied. Daarmee zou hij bepaalde rechten en vrijheden aan de burgers hebben gegund. [1]
Voor de hand ligt echter dat de tuin de veel oudere voorstelling is van de ding- of rechtplaats onder de gerechtslinde of -eik. Als in de vroege Middeleeuwen recht werd gesproken, dan werd met een koord een gebied om de boom afgeperkt. Binnen dat gebied gold rechtsvrede en niemand mocht dat gebied betreden zonder te zijn gevraagd.

De tuin die werd afgebeeld op duiten en penningen die vanaf ongeveer 1570 in de Nederlanden werden geslagen, symboliseert het vaderland in enge zin.
Een Hollandse rekenpenning, in 1573 in Dordrecht geslagen, wordt Libertas Patriae voorgesteld als een zittende vrouw met de vrijheidshoed op en een recht omhooggericht zwaard in de hand. Binnen de tuin, die haar omsluit, bloeien bloemen.

De meest uitgebreide beschrijving en analyse van de Hollandse tuin is te vinden in het artikel van De Winter [2].

Hollandse maagd
De Hollandse of geuzenmaagd is de personificatie van de vrijheid.
Ze is mogelijk ontleend aan de stedemaagd van Dordrecht, de oudste stad van Holland, waar de Staten voor het eerst in vrije vergadering bijeen waren geweest.

Vrijheidshoed
De vrijheidshoed is ontleend aan de Phrygische muts. Phrygie was gelegen in Klein Azie en was ten tijde van de Grieken beroemd om zijn cultuur. De muts van de Phrygiers duidde de Grieken erop dat ze te maken hadden met vreemdelingen uit een exotische en andere wereld: vreemdelingen die niet waren gebonden aan dezelfde wetten en die symbool stonden voor verandering.
Later kreeg de Phrygische muts de betekenis van vrijheidshoed (pileus libertatis) bij de Romeinen. Slaven die werden vrijgelaten kregen de muts zo gauw ze tot Romeins burger werden benoemd. Daarmee werd de muts het symbool van de vrijheid.
In 1573 werd de muts (voor het eerst?) afgebeeld op een Hollandse penning.[1], [3],
Later werd de Phrychische muts het symbool van de Franse revolutie (le bonnet rouge).

Leeuw van Nassau
De gekroonde leeuw met het zwaard en de pijlenbundel is het wapendier van de Staten Generaal van de Verenigde Nederlanden. Elke pijl is het symbool van een van de zeven Staten: Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre, Overijsel, Groningen en Friesland.

De leeuw is van alle heraldische dieren de meest voorkomende wapenfiguur. Hij staat voor 'nobel' en wordt beschouwd als de koning der dieren (met uitzondering van de vogels).
Op grond daarvan is niet met zekerheid te zeggen waaraan de gekroonde leeuw is ontleend. Doorgaans wordt verondersteld dat de leeuw afkomstig is van Jan van Nassau, Stadhouder van Gelre en een van de ondertekenaars van de Unie van Utrecht.

Pijlenbundel
De pijlenbundel is mogelijk ontleend aan Scilurius, de koning der Scynten.
Scilurius had 80 zonen. Op zijn sterfbed riep hij hen bijeen en gaf hen een bundel met samengebonden pijlen. Hij vroeg hen de pijlen alle tegelijk te breken. Dat bleek onmogelijk. Daarop maakte hij de bundel los en brak de pijlen een voor een doormidden ... (eendracht maakt macht, tweedracht breekt kracht).
Later werd de bundel gebruikt op het zegel van de Algemene Staten van De Verenigde Nederlanden. Het zegel van de zeventien gewesten die door Karel V in 1548 tot een staat waren samengevoegd, toonde een klimmende leeuw, met in de opgeheven rechterpoot een zwaard en in de linker een bundel van zeventien pijlen met de punten omlaag. De pijlen waren samengebonden tot een bundel met een lint. Op het lint stond het woord 'Concordia'.
De graaf van Egmond nam daarna in 1564 de bundel pijlen als teken van de eendracht onder zijn genoten, nadat de geuzen eerder andere tekens gevoerd, waaronder de zotskap. [4]
Tenslotte werd de leeuw met het zwaard en de zeven pijlen omhooggericht het symbool van de 7 gewesten verenigd in de Unie van Utrecht (1579).

Initialen HH-S
In het algemeen zijn haardplaten - in tegenstelling tot voorwerpen van goud en zilver - ongesigneerd. Dat komt ongetwijfeld omdat het bij haardplaten meer om gebruiksartikelen gaat dan om kunstvoorwerpen.

Soms komen toch signaturen voor. In uitzonderlijke gevallen zijn het initialen van bijvoorbeeld een huwelijkspaar. Dat komt voor bij platen die speciaal voor de huwelijksplechtigheid werden gegoten en bijvoorbeeld de gecombineerde wapens van het echtpaar tonen.
In alle andere gevallen gaat het om tot nu toe nog onduidelijke signaturen.
Wilhelm Elling heeft in de zestiger jaren uitgebreid onderzoek verricht naar kachel- en haardplaten in het gebied rond Vreden (D). Daarbij heeft hij ook een inventarisatie gemaakt van de diverse signaturen. Hij heeft onder andere 'HH-S' aangetroffen - ook op een 'Hollandia' plaat, maar dan van geheel andere vorm en grootte.
Een goede verklaring van de betekenis van diverse signaturen is niet te geven. Soms wordt gesuggereerd dat het om grootte-maten zou kunnen gaan. Andere keren is te denken aan de modelsnijder, de gieterij, de gieter of mogelijk de handelaar die de platen bij de gieterijen opkocht.


Referenties
[1] Simon Schama, Overvloed en onbehagen, Contact, Amsterdam, 1988
[2] P.J. van Winter, De Hollanse Tuin, in: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 1957, pg 29-121
[3] Marina Warner, Monuments and maidens, Picador, London, 1985
[4] Fruin, Het Voorspel
[5] Wilhelm Elling, Ofen- und Herdplatten, Vreden, 1973


TERUG NAAR DE HOME PAGE

Dit is de versie van 25 augustus 2006
Copyright © 1999 - M.H.Brascamp, All rights reserved.

Deze site wordt gesponsord door
BrascampVeiligheidAdvies B.V.